Vlissingen werd in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog geofferd als prijs voor een vrij Europa. De stad lag in puin. Ook het achterland, Walcheren, stond blank als gevolg van een geallieerde luchtaanval om de Duitse verdediging te treffen. Walcheren was in staat van nood. Maar dit weerhield de mensen er niet van om na de bevrijding weer aan de slag te gaan om met hernieuwde kracht het land weer droog en leefbaar te maken. De dijken worden in orde gebracht, het land ontzilt en de polders leeggepompt om weer nieuwe akkergronden te verkrijgen. Maar de dreiging van het water is nooit ver weg. Altijd zal het Zeeuwse land alert moeten blijven op de immer aanwezige dreiging van het machtige water. Mensenhanden moeten blijven werken om het land te laten winnen van het water.