De Nederlandse Norah Jones heet Karsu Dönmez en werd ontdekt achter de piano in het Turkse restaurant van haar ouders. is een subtiele, ritmisch gemonteerde over de zangeres. Drie jaar lang is Mercedes Stalenhoef erbij terwijl Karsu van het restaurant opklimt naar het podium van Carnegie Hall, en verder de muziekwereld in. Jong als ze is, weet de sprankelende Karsu precies wat ze wil: een beroemde artiest worden. Ondertussen gaat het gezinsleven van de familie Dönmez ook door. Dat schooldiploma moet er eerst komen en die carrière hoeft niet over één nacht ijs. Stalenhoef observeert Karsu in haar dagelijkse leven, in Amsterdam maar ook tijdens de zomervakantie bij familie in Turkije. Niet toevallig is dat in het dorp Karsu, wat 'sneeuw water' betekent. Ook de migratiegeschiedenis van haar ouders komt terloops aan bod. De levendige scènes worden afgewisseld met Karsu's bespiegelingen over muziek. "Dat dramatische vond ik vroeger al mooi." Haar ouders begeleiden hun dochter en haar carrière zorgvuldig, soms te, vindt Karsu. Maar uit hun blikken en soms bezorgde opmerkingen spreekt vooral hun grote trots. Vader Dönmez: "Ik zweef als zij achter de piano zit."