‘Door iedere grote stad stroomt een rivier, en in Las Vegas is dat een rivier van dollars,‘ zegt een van de geïnterviewden in MOB LAW. Deze dollarpoel kan maar beter gemeden worden door de zwakkeren van geest, want zij zullen onherroepelijk in de verlokkingen verdrinken. Dat geldt niet voor de gewiekste maffia-advocaat Oscar Goodman, die zichzelf speelde in Scorcese‘s CASINO. Goodman maakte fortuin met het verdedigen van gangsters, waaronder Tony Spilotro, een man die zeker vijfentwintig tegenstanders dat beruchte aanbod heeft gedaan dat ze niet konden weigeren. Hoewel Goodman beweert in zijn praktijk niets anders dan de grondwet te verdedigen, en zelfs het bestaan van de maffia ontkent, worden zijn meer dan vriendschappelijke connecties met de tussen de ontwijkende antwoorden door wel duidelijk. De Engelse regisseur Paul Wilmshurst schildert Goodmans portret in meeslepende Scorcese-stijl, met dat verschil dat dit keer echte moorden door de koele gangsterlogica heen schemeren.