Een collectief van filmmakers in Sierra Leone filmde het dagelijks leven van een aantal hulpverleners tijdens de ebolacrisis in 2014, waarbij gedurende een periode van 21 maanden duizenden mensen in West-Afrika geïnfecteerd werden met het dodelijke virus.
De film richt zich, met filmmaker en pastoor Arthur Pratt als gids, op een aantal hoofdpersonen, onder wie ambulancechauffeur Mohamed en verpleegkundige Margaret. Beiden maken lange dagen en riskeren hun eigen leven doordat ze, weliswaar met beschermende kleding en strikte regels omtrent hygiëne, toch voortdurend in contact komen met geïnfecteerde patiënten. De film zet hen neer als helden, die zich blijven inzetten voor hun landgenoten, in weerwil van hun eigen angst en uitputting. Ook staan ze onder druk van hun omgeving, die bang is dat ze de ziekte mee naar huis nemen en die vaak argwanend staat tegenover de alom aanwezige westerse hulpinstanties.
Het zijn indringende beelden van moedige individuen, tegen de achtergrond van een land dat na jaren van burgeroorlog nog lang niet stabiel is en nu vrijwel machteloos staat tegenover een humanitaire crisis.