Mathilde Willink superpoes
Op 25 oktober 1977 werd Mathilde Willink dood aangetroffen op bed in haar appartement in Amsterdam. Het betekende het abrupte einde van een leven dat zich kenmerkte door extravagantie en publieke belangstelling. Geboren in Zeeland in 1938, werd Mathilda de Doelder bekend door haar relatie met de Nederlandse magisch-realistische schilder Carel Willink. Na hun huwelijk in 1967 ontstond een bijzondere relatie tussen de twee. Hij noemde haar een superpoes, een mooi ding om in huis te hebben. Aanvankelijk onderhield Mathilde de schilder door als stewardess te werken bij de KLM. Later werd Mathilde, excentriek gekleed door de Nederlandse modeontwerpster Fong Leng, een mediafenomeen die zodoende de doeken van haar man beter deed verkopen. In 1975 zette Willink haar bruusk aan de kant, onder meer nadat zij een portret van zijn tweede vrouw uit 1952 zwaar heeft beschadigd en hij haar duidelijk heeft gemaakt een nieuwe liefde te hebben ontmoet, Sylvia. Mathilde zocht haar heil bij de Nederlandse kunstenaar Anton Heyboer en trachtte door te dringen tot de entourage van Salvador Dali. Uiteindelijk begon ze een relatie met drugsdealer Dicky Vittali en de luxe keerde terug in haar leven. Maar in een sfeer van dreigementen en intimidaties van concurrerende drugsmaffia vindt ze uiteindelijk de dood. Diverse tijdsgenoten en intimi geven hun visie en mening over leven en dood van Mathilde. Filmmakers Jasmina Fekovic en Eddie van der Velden larderen de interviews en mooie archiefbeelden met muziek die Mathilde lijkt toe te zingen.