So It Doesn't Hurt
In 1974 bezocht de Poolse filmmaker Marcel Lozinski de boerin/intellectueel Urszula Flis, die besloten had in haar dorp te blijven wonen en daar in eenzaamheid te werken. Een jonge interviewster stelde Urszula toen stevige, confronterende vragen. Bijvoorbeeld of ze dacht als vrouw alleen gelukkig te zijn tussen dorpsgenoten waar ze eigenlijk op neerkeek, en of ze als intellectueel het culturele leven niet te zeer zou missen. In ZEBY NIE BOLALO gaat dezelfde crew, 23 jaar later, weer op bezoek bij de vrouw en opnieuw wordt ze ondervraagd over haar gedachten, angsten en gevoelens. De literatuurminnende vrouw, even welbespraakt als teruggetrokken en gevoelig, wordt door de film gedwongen zichzelf en haar leven te evalueren en stelt uiteindelijk de moraliteit van het documentaireportret ter discussie. Wie wil zo‘n verhaal horen over de tekortkomingen van een ander, over diens echte of imaginaire verdriet? En hoe raakt dit afgedwongen zelfonderzoek de geportretteerde?