Na een lang verblijf in een vluchtelingenkamp komt de achtjarige Congolese Tanans aan op Schiphol. De jongen is met zijn familie naar Nederland gevlucht. Met de bus gaan ze op weg naar hun nieuwe woning in Spijkenisse.
Daar opent zich een nieuwe wereld: van roltrap tot schepsnoep, van kinderen die fietsen tot die rare Nederlandse taal met de dreigende ‘grr’-klanken. Tanans verstaat er niets van, en ook alle andere nieuwe indrukken ziet hij met grote ogen aan: de andersgekleurde mensen, andere huizen, ander eten. Gelukkig helpen zijn klasgenootjes en buurmeisje hem de nieuwe woorden te leren, en misschien lukt het op een dag om ook te fietsen!
De camera volgt Tanans dicht op de huid, bij het ontdekken van zijn nieuwe buurt, op de eerste schooldag en bij de kennismaking met al die nieuwe mensen – tot en met de ontroerende gesprekken met zijn lieve buurmeisje, aan wie hij tijdens het kleien en tekenen geleidelijk een beetje meer durft te vertellen over zijn achtergrond.