Een camera staat in een woning, de lens naar buiten gericht, door het raam. Daar staan de bewoners van het desbetreffende huis. Ze volgen de wensen van de cameraman geduldig op: een stapje naar links, iets naar voren, nee toch ietsje terug, ja zo is het goed. Zo poseren tientallen mensen een minuut lang. Een man alleen, een groot gezin, een oma op een trampoline. Soms heel naturel, soms onzeker. Konijnen, honden en katten mogen ook in het plaatje. Ze worden allemaal gevat in het natuurlijke kader van de vensters met hun vitrages of bloemetjesgordijnen.
Zo volgen talloze bewegende portretten in zorgvuldig gekadreerd zwart-wit elkaar op. De ontwapenende, licht surrealistische tableaux vivants tonen wat een huis een thuis maakt. Een pruttelende kookpot, de radio die speelt, de lichtinval, het ruisen van de bomen. Door de eenvoud van de opzet gaan de kleinste details opvallen. In de beperking toont zich de meester, in de herhaling schuilt de kracht. ‘Kijk! Luister! Observeer!’, lijkt de Letse filmmaker Laila Pakalniņa ons in te fluisteren.