Amin is zestien als zijn vader hem vanuit Iran naar Nederland stuurt, omdat het in Teheran niet meer veilig voor hem is. Zijn vader blijft wel, en wordt vermoord. In verstilde beelden en in een verhalende voice-over toont filmmaker Amin de eenzame jaren die hij doorbrengt in het asielzoekerscentrum en waar hij reflecteert over heimwee en hoop. Hij vraagt zich af of het een goed besluit was om naar Nederland te komen, waar hij niet mocht studeren of werken, en waar hij ook geen vrienden of familie had. Nu, tien jaar later, heeft Amin een verblijfsvergunning en een woning. Hij besluit om naar Iran te reizen om af te rekenen met zijn voortdurende heimwee en om te zien wat er sinds zijn jeugd allemaal veranderd is. Of is alleen hij degene die is veranderd? Met soms statische, soms weer handheld gefilmde beelden van het dagelijks leven in Teheran toont de maker een vervreemde en bijna jaloerse blik op zijn landgenoten, die zich wel thuis lijken te voelen. Er lijkt niks aan de hand. Familie en vrienden proberen hem intussen ervan te overtuigen dat zijn vlucht naar Nederland niet voor niets is geweest.