Fast, Cheap and Out of Control
Een dompteur, een tuinman gespecialiseerd in het omtoveren van taxushagen in dierenfiguren, een expert op het gebied van de blindmuis en een robottechnicus zijn de hoofdpersonen van Errol Morris‘ speelse filosofische exercitie over de verhouding tussen mens en dier, cultuur en natuur. Morris omschreef zijn film als een vierluik over de mythe van Sisyfus, maar FAST, CHEAP AND OUT OF CONTROL heeft vooral verwantschap met Albert Camus’ interpretatie van de Griekse mythologische figuur als een absurde held, in plaats van de tragische figuur die dag na dag een rotsblok een berg omhoog moest rollen, dat zodra het de top bereikte door zijn gewicht weer naar beneden rolde. Camus beschreef in zijn essay het Sisyfus-personage als iemand die zijn kwelling met hartstocht ondergaat. Even gepassioneerd vertellen Morris’ hoofdpersonen over hun missie: het temmen van het ontembare ‘wildebeest’, het beheersen van de groei van een plant - ziehier zijn dilemma: de plant groeit voortdurend, want zodra daar een einde aankomt is hij dood -, het classificeren van een diersoort die zich voortdurend modificeert en aan zijn omgeving aanpast, en het fabriceren van robots die dierlijke bewegingen na kunnen bootsen. Morris‘ cinematografische essay is geconstrueerd met groot gevoel voor het carnavaleske en het ongerijmde.