Langfang, op zo’n 40 kilometer afstand van Beijing, is een van de steden met de zwaarste luchtvervuiling van China. Maar op het plaatselijke instituut voor milieubescherming werken afdelingsdirecteur Li en zijn rechterhand Hu keihard om daar verandering in te brengen.
De druk vanuit de leiding in Beijing is groot en vergaande maatregelen zijn nodig om de met rook en uitlaatgassen gevulde mist die met enige regelmaat in de straten van de stad hangt te bestrijden. De staalfabriek moet sluiten, inspectieteams gaan op bezoek bij milieuovertreders en spuitwagens proberen de smog te beteugelen.
Dit observerende bureaucratische drama licht een situatie uit die zich eenvoudig laat vertalen naar de wereldwijde milieuproblematiek: de urgentie om het probleem aan te pakken is evident, maar wie tekent voor de kosten? Het strenge milieubeleid van de Chinese regering, met sancties voor de verantwoordelijke burgemeesters, brengt de medewerkers van het milieu-instituut in een benarde positie, want hoe laveer je tussen de uiteenlopende belangen van regering, bedrijfsleven en werknemers die getroffen worden door het beleid?