Regisseur James Bluemel en producent Gordon Wilson volgden zes jaar lang de epileptische alcoholist Nigel (37), die in zijn woonplaats Oxford 66 maanden door de mazen van het sociale voorzieningenstelsel heen glipte. Automutilatie, alcohol, agressie en kinderlijke waanbeelden maken van Nigel een kwetsbare jongen. Zoals zijn maatschappelijk werkster het verwoordt: "Nigel is jarenlang financieel, seksueel en emotioneel misbruikt". Ze doelt op de tijd dat Nigel tijdens diens tijd 'in het wild' onder de hoede was genomen door Robbie. Deze Robbie was als een vader voor hem, maar totaal ongeschikt als begeleider - alleen al omdat hij, zelf alcoholist, zijn handen niet kon thuishouden. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Nigel, die inmiddels in een zorginstelling woont. Beelden van zijn leven daar worden afgewisseld met herinneringen en flashbacks naar de periode met Robbie. Bluemel heeft tijdens die jaren alles gefilmd; hoe de mannen elkaar verwonden, aftrekken, afzeiken, maar ook hoe ze voor elkaar zorgen, koken en niet zonder elkaar kunnen. De extreem toegepaste -stijl geeft een verpletterend intiem, soms claustrofobisch maar altijd respectvol inzicht in het leven van deze verdwaalde ziel.