Aangrijpende, ontluisterende reconstructie van de Hollandse onderduiktijd van de joodse baby Anneke Kohnke (1940), die nu in Amerika leeft. Na de oorlog wordt haar leven bepaald door schuldgevoelens, verpletterend stilzwijgen en een gebrek aan herinneringen. Met behulp van interviews, archieffilmpjes van het leven in Nederland onder de bezetter, oude familiefoto's en een vertelstem bouwt regisseur Deborah van Dam een spannende zoektocht op, waarin de ene na de andere onthulling opduikt over de eerste vier jaar van Anneke's leven. Haar moeder was bevriend met de moeder van Anne Frank in Duitsland. Later woonden de muzikale Kohnkes enige tijd bij de Franks in huis, in Amsterdam. Toen de Kohnkes en de Franks niet samen konden onderduiken, belandde Anneke alleen bij een protestantse familie met kinderen in Voorburg. Fred, haar inmiddels 66-jarige 'oorlogsbroer', koestert warme herinneringen aan die tijd. Hij nodigt Anneke uit naar Nederland te komen om haar geheugen op te frissen. Met de nodige tegenzin stemt ze tenslotte toe. Ze woont de plechtigheid bij waar Cora, de inmiddels 96-jarige koerierster die Anneke destijds uit Amsterdam naar Den Haag smokkelde, wordt bijgeschreven als helper van het joodse volk op het monument van Yad Vashem. Maar wat daarna uit de archieven opduikt, zet alles in een ander daglicht.