We’ll Be Alright
Wie in de gesloten wereld van het Tinskoi Neuropsychiatrisch Instituut in Oost-Siberië wordt opgenomen, verliest alle rechten op een eigen leven, een eigen toekomst. Al lukt het slechts een enkeling om via de rechter de poort uit te wandelen, toch droomt iedereen ervan ooit weer vrij te zijn. Yulia en Katia werden door hun moeders verstoten en kwamen na het weeshuis rechtstreeks in Tinskoi terecht. Gedurende vier jaar volgen we hun pogingen om ontslagen te worden. Zelfs de directeur van het instituut neemt het voor ze op: “Als deze jonge vrouwen in een gewoon gezin waren opgegroeid, waren ze nu een gewaardeerd lid van de samenleving geweest.” Maar de bureaucratie is een formidabele tegenstander en diagnoses van lang geleden laten zich moeilijk uit de dossiers verwijderen. Kalm en aandachtig observerend legt Kuznetsov alles vast. De dagelijkse routines, kleine momenten van plezier, pijnlijke herinneringen, de gespannen gang naar de rechter, nieuwe tests, teleurstelling en toch weer hoop. Door de autoraampjes vangen Yulia en Katia een glimp op van de wereld waarnaar ze zo verlangen.