The Last King of Scotland
Toen generaal Idi Amin door een coup aan de macht kwam, juichte Oeganda. Maar het gejuich werd al gauw gesmoord in martelingen en executies van iedereen die hem niet welgezind was. En dat waren er heel wat, zo blijkt uit de speelfilm , waarin de gebeurtenissen in Oeganda worden bezien vanuit het perspectief van de beginnende Schotse arts Nicholas Garrigan (James McAvoy). Aanvankelijk heeft hij de sympathie van Amin (een angstaanjagende en tegelijk innemende Forest Whitaker), die zelf in het Britse leger diende en de Schotten bewonderde om hun strijdlust en onafhankelijkheid. Maar naarmate de film vordert ontpopt Amin zich steeds meer als de grillige dictator die hij was: hij maakt vijanden aan alle kanten en wordt daarmee steeds meer paranoïde en onberekenbaar. Anders dan in het documentaireportret zien we de gebeurtenissen die er uiteindelijk toe leiden dat de Oegandese leider een politieke paria in de wereld wordt – iets wat hij koste wat kost wilde vermijden. Een aantal scènes uit de documentaire komen terug in de film, zoals een zwemwedstrijd. In de speelfilm krijgt Amin van zijn angstige tegenstanders een voorsprong – in het echt begon de strijd gelijk maar raakte de dictator door bruut geweld als eerste aan de meet. Dat maakt de verhoudingen tussen de leider en de rest van zijn land duidelijker dan welke geacteerde scène dan ook.