In januari 1925 breekt in Nome te Alaska, waar eens de goudkoorts heerste, de levensgevaarlijke infectieziekte difterie uit. Vooral kinderen worden getroffen. Onverschrokken sledehondrijders proberen in een race tegen het kleine stadje te bereiken met medicijnen. Daarvoor legden meer dan dertig mannen met ruim 150 honden in estafette onder verschrikkelijke omstandigheden ruim duizend kilometer af, dwars door de wildernis van Alaska. is opgebouwd als een avontuurlijke thriller: een dreigende commentaarstem, spanningsverhogende flashbacks en helden die uitnodigen tot identificatie. Onverwachte tegenslagen en het tellen van de dagen maken de dodelijke tijdnood voelbaar. Het verleden is gereconstrueerd met behulp van oude krantenberichten, archieffoto's, recente impressies van het desolate landschap van Alaska en interviews met slederijders, historici en de laatste levende getuigen. 'The serum run to Nome' behoort tot de moderne Noord-Amerikaanse mythes. In het Central Park in New York is zelfs een bronzen beeld van sledehond Balto te bewonderen. toont het verhaal achter de mythe: hoe het verhaal in de jaren twintig dankzij de tabloids naar de voorpagina's van de grote kranten werd gedreven, en hoe politiek en racisme hun invloed hebben gehad op hoe het verhaal wordt herinnerd en verteld.