Een flink deel van de twintig jaar dat we hem volgen, brengt René in de gevangenis door. Na elke korte straf – een paar maanden hier, een paar jaar daar – moet hij opnieuw beginnen. Helena Třeštíková begint hem te filmen in 1989, wanneer hij een tiener is, als onderdeel van een project over jeugddelinquenten. Ze bleef hem bijna twee decennia volgen. De grote omwentelingen die zijn vaderland Tsjechië in die jaren doormaakt, volgt René voornamelijk op de televisieschermpjes in zijn cellen.
Het fletse, kalme leven achter de tralies wordt afgezet tegen de hectische vrijheid daarbuiten, waar René telkens met goede moed het juiste pad zoekt om er al snel weer vanaf te geraken. Wanneer hij vastzit, is Třeštíková vaak de levenslijn die René verbindt met de buitenwereld; zijn brieven aan haar, voorgelezen door hemzelf, vormen een rode draad, en zij overtuigt hem om schrijver te worden. De band tussen maker en onderwerp blijkt geen gemakkelijke – ook Třeštíková werd door René bestolen – maar vormt wel het onstuimig kloppende hart van deze overweldigende film.