Galb’Echaouf
“Ik ga niets zeggen, ik kan er niet meer over praten”, zegt een oude man in een tent in een woestijn. We zien een desolaat landschap vol ruïnes en hopen steen. Het wekt de indruk dat zich hier in het verleden een tragedie heeft afgespeeld. De oude man praat niet meer, maar een poëtische voiceover vertelt hoe, lang geleden, een lange nacht zich voordeed als de dag. Daardoor verdwenen de mensen en veranderde alles in as. De mensen die het hebben meegemaakt zwijgen, maar de cactussen en de stenen in de woestijn hebben alles gezien en zullen eeuwig getuigen van de gebeurtenissen.
Daar begrijpen we iets meer van als een vrouw over haar leven vertelt. Als kind van nomaden moest ze in 1975 in een stad gaan wonen. Er zijn zulke onbeschrijfelijke wreedheden gepleegd, dat ze die niet aan haar kinderen kan vertellen. Wie meer wil weten, moet dat maar aan de ruïnes vragen, zegt ze.
Als de stenen stil blijven, misschien volstaat het dan om te weten dat het woestijnlandschap in de Westelijke Sahara ligt, waar de bewoners al een halve eeuw zwaar lijden onder de gevolgen van de betwiste status van het gebied.