The Man Who Can
De elfjarige Malik is een bijzondere jongen met het syndroom van Down. Aan het begin van staat hij vrolijk voor de camera te springen en dansen met zijn neefjes, nichtjes en zusje. In voice-over introduceert hij iedereen, inclusief zichzelf, en vervolgt: "Papa kan niet naar Nederland komen. We gaan heel snel naar Senegal." Over het waarom komt de kijker niets te weten, vanaf dit moment wordt de film beschouwend. Malik moet in Senegal duidelijk zijn draai nog vinden. Alles is nieuw en anders, er is niemand om mee te spelen en de dingen die hij in Nederland heeft geleerd, blijken hier anders te werken. Het uitvallen van de elektriciteit is in Senegal bijvoorbeeld geen kwestie van het indraaien van een nieuwe stop, zoals de slimme Malik suggereert. Als zijn vader hem op een avond een oud familieverhaal over een Afrikaanse koning vertelt, hervindt Malik zijn zelfvertrouwen: hij is tenslotte de man die alles kan. In 2003 maakte regisseur Nadine Kuipers haar toelatingsfilm voor de Filmacademie over Malik, zijn moeder en het boekje dat zij voor haar zoon maakte om hem vooruit te helpen in het leven. Kuipers is de bijzondere moeder-zoon-relatie altijd blijven volgen, met in haar achterhoofd Michael Apteds -serie.