De repetities voor een toneelstuk over de beladen etnische moord op een Servische tiener in 1991 veranderen steeds meer in een collectieve psychotherapie. Met het stuk wil de Kroatische theaterregisseur Oliver Frljić onverwerkte oorlogstrauma’s blootleggen, die er in hedendaags Kroatië toe leiden dat kinderen met Servische wortels nog steeds worden gepest en bedreigd. Een meisje van twaalf dat meespeelt, vertelt dat ze moest huilen toen ze ontdekte dat ze Servisch is. Waarom zijn jonge kinderen zich al bewust van hun etniciteit? En waarom moeten ze hun afkomst verbergen?
Deze verontrustende film zoomt in op de soms pijnlijke discussies en
gesprekken die de makers tijdens het repeteren met elkaar voeren.
Ieder heeft zijn eigen bagage en kijk op de oorlog en de actualiteit,
die ze delen in voice-over bij beelden van een leeg podium. Van het
acteerspel zelf is niets te zien. Hierdoor ontstaat er afstand tussen
de personages en de theatrale werkelijkheid enerzijds en de
worsteling van de makers anderzijds. Het proces dat zij doormaken wijst de weg die Kroatië nog te gaan heeft.