What We Have Made
De bouw is een mannenwereld. Als er al een vrouw dit domein wordt binnengesmokkeld, dan is ze spiernaakt met een vouw in haar middel en een punaise boven haar hoofd. Mannen daarentegen zijn er op de bouwplaats waar is opgenomen, in alle kleuren en smaken. Oud, jong, blank, zwart en vele schakeringen daartussen, van onervaren jonkies tot ouwe rotten, stille wateren maar ook spraakwatervallen. Ieder heeft zijn eigen taak in de totstandkoming van het gigantische bouwwerk. In beeldschoon, messcherp zwartwit worden niet alleen de choreografie van het bouwen en de logistieke tour de force in strak gekadreerde beelden gevat, maar vooral ook de mannen die in weer en wind lange werkdagen maken tussen steigers, hijskranen, betonmolens en collega’s. Een aantal wordt in miniatuurportretten uitgelicht. De jonge João bijvoorbeeld, na zijn eerste jaar volledig opgenomen in de familie. En Tardiveau, type grote bek, klein hartje, die zichzelf graag vergelijkt met ruw beton, terwijl hij oneindig teder zijn wollige, witte hondje aait en nu al opziet tegen zijn pensionering over tien jaar.