Jannes van der Wal werd in 1982 op 24-jarige leeftijd wereldkampioen dammen. Hij groeide in korte tijd uit tot een bekende Nederlander, die opdraafde voor de meest uiteenlopende televisieshows, waarin hij steevast de clown uithing. Volgens zijn Nederlandse damcollega’s, die uitgebreid in de film aan het woord komen, was hij een genie, maar veel mensen zagen hem toch als een rare gek, die een onaangepast en armoedig leven leidde.Regisseur Rein Hazewinkel doet in JANNES een poging Van der Wal te rehabiliteren door te laten zien wat een bijzondere persoonlijkheid hij bezat. Zijn grootste tragiek lag in het feit dat hij wel inzag dat het dammen geen zinvolle bezigheid was, maar dat hij absoluut niet wist wat hij anders moest gaan doen. Archiefbeelden van tv-optredens - onder andere het beruchte interview met Mies Bouwman - worden afgewisseld met interviewfragmenten en nagespeelde dampartijen. Geluiden en beelden lopen dwars door elkaar heen, waardoor een caleidoscopisch en innemend portret van deze in 1996 aan leukemie overleden Fries wordt geschetst. Rein Hazewinkel won met JANNES de IDFA-scenarioworkshop van 1997 die onder leiding stond van Rudolf van den Berg.