Met behulp van smartphone en camera onderhoudt Jialai Wang vanuit België het contact met haar moeder en grootmoeder in China. Wanneer de gezondheid van grootmoeder achteruitgaat, keert ze terug naar Shanghai. Bij aankomst is oma net overleden en blijft Jialai alleen achter met haar moeder. Deze vrouw, een vrome boeddhist, lijkt meer aandacht te hebben voor haar dagelijkse gebeden, haar maoïstische verleden en haar hondje Dongdong, dan voor haar dochter. Zelf was ze als kind door haar eigen, zojuist overleden moeder verlaten, toen die van Jialai’s grootvader scheidde en naar de stad trok.
De eerste helft van het schrijnende Paragate (Sanskriet voor ‘naar de andere oever gegaan’) is voornamelijk opgebouwd uit shots van gebarsten smartphoneschermpjes en beeld in beeld, als Jialai vanuit Europa met China communiceert. In het tweede deel richt Jialai de camera ook op de mensen en gebeurtenissen in de wijk waarin ze is opgegroeid. Zo wordt zowel het leven als de dood, het huiselijke als het openbare gevangen in dit bijzondere portret van drie generaties vrouwen, die weinig oog voor elkaar lijken te hebben gehad, maar elkaar toch proberen te steunen.