In een landelijke grensstreek van Hongarije, nabij Servië, dreigt een onzichtbaar gevaar. Dat weet iedere dorpeling. Er wordt door grasvelden geslopen, onbekende auto’s worden gesignaleerd, honden op erven gedragen zich ongewoon en kinderen zijn bang als het donker wordt.
Sandor, vader van acht kinderen, is in dienst getreden als ‘landwacht’ om de kleine gemeenschap waartoe ze behoren te beschermen. Hij patrouilleert met zijn auto en nachtkijker langs de grens, bijgestaan door zijn oudste zoon. Ze speuren naar verdachte situaties. Hoewel de indringers nooit in beeld komen en er alleen in omfloerste bewoordingen over hen gesproken wordt, is de dreiging steeds voelbaar, vooral voor de kinderen.
Nieuwsberichten die vader en zoon ’s nachts via de smartphone tot zich nemen geven enige achtergrond bij alle suspense. Weidse, statische shots creëren tezamen met omgevingsgeluiden een onheilszwangere sfeer: brommende auto’s in de verte, een luid krekelconcert in de vallende schemer, kwakende kikkers en blaffende honden in de donkere nacht.