In haar debuutfilm plaatst filmmaker en antropoloog Anna Zamecka de camera als een vierde familielid midden in het gezin van het tienermeisje Ola, die vrijwel in haar eentje de zorg draagt voor haar jongere broertje Nikodem en haar aan drank verslaafde vader. Moeder is volledig afwezig; die woont al sinds enige tijd samen met haar nieuwe vriend. Noodgedwongen groeit Ola in razend tempo op en door Nikodems autisme wordt haar rol als plaatsvervangend ouder er niet makkelijker op. Desondanks heeft ze de hoop op een betere toekomst niet opgegeven. In aanloop naar de heilige communie van Nikodem, die zich geregeld afvraagt waarom gulzigheid een zonde is en in een fantastische scène zelfs hierover de discussie aangaat met een priester, probeert ze het gezin te herenigen. Een tragisch, bij vlagen humoristisch en zelfs voorzichtig optimistisch portret van twee kinderen die volledig aan hun lot worden overlaten, en een ode aan de onvoorstelbare kracht van een strijdvaardig veertienjarig meisje.