Buddha in Africa
Op een Chinees internaat in Malawi krijgen Afrikaanse weeskinderen streng boeddhistisch onderwijs. Ze leren kungfu, Mandarijn en eten hun maispap met stokjes.
De vijftienjarige Enock, als Kung Fu-talent eens het paradepaardje van de school, wordt heen en weer geslingerd tussen twee werelden. Het liefst zou hij terugkeren naar het dorp waar zijn oma en tantes wonen, maar inmiddels spreekt hij beter Mandarijn dan zijn eigen moedertaal. Tegelijk krijgt hij de kans om verder te studeren in Taiwan, op kosten van de liefdadigheidsinstelling die het internaat financiert. Een gedegen, Chinese opleiding kan, ook in Afrika, een goede baan betekenen – of verloochent hij dan zijn Afrikaanse hart?
In alle openheid worden hij en zijn medeleerlingen gefilmd tijdens de schoollessen, maaltijden en boeddhistische ceremonies. Beelden van deze gedisciplineerde sessies worden afgewisseld met interviews of onderlinge gesprekken met leidinggevenden. Deze fascinerende en bij vlagen onthutsende film laat de kijker achter in ongemakkelijkheid. De nieuwe ontwikkelingen in de verwarrende, ‘geglobaliseerde’ wereld staan bol van symboliek en doen sterk terugdenken aan de belerende missieschooltjes van weleer.