In de Schotse havenstad Aberdeen neemt een aantal vissers afscheid van vrouw of vriendin en gaat aan boord van een oude, met steenkool gestookte trawler. Op volle zee wordt dit schip verrast door een zware storm. De lading steenkool begint te schuiven en het schip helt zo over dat de pompen verstopt raken. Terwijl een radioboodschap naar de wal wordt doorgegeven, breekt de antenne af. Bij nacht en ontij dobbert het schip hulpeloos rond. De bemanning slaagt erin de antenne te repareren en de positie van het schip door te geven. NORTH SEA werd gemaakt in opdracht van de Britse posterijen, die de radioverbindingen met de schepen verzorgden. Regisseur Harry Watt baseerde het draaiboek van de film op rapporten van de radiodienst en de scheepvaartmaatschappijen. Gebruikmakend van hetzelfde dramaturgisch schema als zijn leermeester Grierson in DRIFTERS wist hij een spannend docudrama te maken. Watt slaagde erin zijn leken-acteurs, die hij op het arbeidsbureau van Aberdeen gerecruteerd had, zo op hun gemak te stellen dat ze overtuigende acteerprestaties afleverden. NORTH SEA was een van de weinige Britse documentaires uit de jaren dertig die ook populair waren bij het grote bioscooppubliek.