Ex-model Marc Singer trok van Londen naar New York, op zoek naar de tunnelbewoners: de ondergronds levende New-Yorkers waarover tal van griezelverhalen de ronde deden. Van deze horrorscenario's over kannibalen en seriemoordenaars bleek weinig waar. In de tunnel ontmoette Singer 'gewone' daklozen die onder de grond hun thuis hebben gezocht, omdat het er minder nat is dan daarboven. Sommigen wonen er al vijfentwintig jaar en redden zich aardig in een provisorisch onderkomen met van de bovenleidingen afgetapte elektriciteit. Singers crew bestond uit de tunnelbewoners zelf, die twee jaar met hem optrokken, openhartig verhaalden over hun achtergrond en met hem hun tunnelleven vastlegden in soms duistere, soms heldere poëtische zwart-witte beelden. De film eindigt met de ontruiming van de tunnel; het begin van ieders nieuwe bestaan bovengronds, tussen fris gewitte muren en onder een echt dak.