Hitler? Connais pas!
In 1963 nodigde de 22-jarige Bertrand Blier elf leeftijdgenoten uit om in een filmstudio te komen praten over hun leven. Hun getuigenissen worden afgewisseld in , nog steeds een boeiend document over veranderende normen en waarden. Het was vijf jaar voor mei 1968 en dat is te merken: deze jongeren zijn nog niet 'revolutionair', maar er begint wel al iets te jeuken. Een meisje zegt elke avond de twist te dansen, een jongen vertelt over het overspel van zijn moeder, weer een ander meisje vertelt over haar seksuele escapades. Een burgerlijk leven, dat ziet zij niet zitten: dat is , zoals het leven van haar ouders, en daar word je niet gelukkig van. Een andere jongen is juist vrij traditioneel: een kopie van zijn vader, een echt jaren-vijftigfiguur. Hij wil gewoon een fijn gezin, een goede baan, een mooie auto voor de deur. Zo blijkt steeds dat Blier zijn camera richt op een interessant grensgebied in de tijd. De esthetiek is typisch jaren zestig: hij filmde al deze twintigers afzonderlijk, op een stoel gezeten, sterk belicht, vanuit verschillende hoeken, in zwart-wit.