In voice-over vertelt de ik-persoon over Chris, "mijn grote neef", geïllustreerd door geanimeerde zwart-witbeelden. "Ik zag hem twee keer, toen was hij dood. 'Vermoord', zei mama." Op dat moment was Chris zesentwintig en de ik-persoon een meisje van tien. De ik-persoon spreekt vanuit het perspectief van het naïeve meisje dat ze was over de reislustige Chris, van wie niemand ooit wist waar hij verbleef. Zijn beeld, zoals we dat geanimeerd zien, is gebaseerd op een foto die bij het meisje thuis stond, van Chris met een sigaret in zijn mond. Daarom zien we hem overal vergezeld gaan van pufjes sigarettenrook. De animaties zijn eenvoudig, met kale achtergronden en objecten die vaak uit slechts enkele lijnen bestaan en die meermalen in elkaar overlopen. Zo veranderen de kromme lijnen, die in Thailand de terrassenbouw verbeelden, in de golven van de zee, waarover Chris weer verder reisde. Hij schreef altijd alles op, vertelt zijn nichtje, en die verhalen kwamen dan in de krant. Totdat hij stierf. Zij schreef toen het woord op, dat ze haar moeder aan de telefoon hoorde herhalen: "Kroatië." We zien Chris gewapend staan, met een masker op zijn hoofd.