In het Japanse kustplaatsje Taiji duiken ze overal op: dolfijnen. Boven tunnelingangen, op stoeptegels, langs de boulevard. Je zou bijna denken dat de dolfijn het lokale troeteldier is, maar niets blijkt minder waar. Toeristen mogen Taiji dan bezoeken voor kunstjes en knuffels, in werkelijkheid gaat het hier om 's werelds belangrijkste haven voor handel in dolfijnen. Dolfijnactivisten Richard O'Barry, in de jaren zestig trainer van de -dolfijnen maar inmiddels fel gekant tegen elke vorm van gevangenschap, en Louie Psihoyos, onderwaterfotograaf van en met debuterend als documentairemaker, vermoeden dat de grootschalige vangst- en moordpartijen plaatsvinden in een door steile rotsen omringde baai. De autoriteiten doen er alles aan om pottenkijkers van deze 'cove' weg te houden. Psihoyos en zijn filmcrew plaatsen er daarom als rotsen en planten vermomde cameraatjes. Wat ze filmen tart elke beschrijving. is een bevlogen, vlot gemonteerde actiedocumentaire voor de vrijheid van deze hyperintelligente walvissoort. De weg naar de scandaleuze onthullingen is een ware thriller. Tussen de regels door legt Psihoyos bloot hoe Japan ontwikkelingslanden omkoopt om zijn dolfijneconomie levend te houden en hoe het torenhoge kwikgehalte in het vlees de gezondheid van miljoenen mensen schaadt.