Imiti ikula
In Lusaka, hoofdstad van Zambia en een van de armste steden van Afrika, leven zo’n 75.000 straatkinderen. De meesten zijn wees en HIV-geïnfecteerd. Een van hen is Memory, elf jaar oud en sinds haar derde op straat levend. Ze wil geen straatkind genoemd worden; ze heeft betaald voor wat ze bezit en zegt trots: ‘Ik ben een mens.’ Het liefst wil ze een jongetje zijn, en zo gedraagt ze zich ook. Ze heeft haar haar kort geknipt en vecht met haar vriendjes. Maar ze is een meisje, en dan is het leven op straat extra hard. Ze weet niet meer hoe vaak ze al is verkracht. Ondanks dergelijke ellende maakten regisseurs Sampa Kangwa en Simon Wilkie een optimistisch portret van de veerkracht en levenslust van de jonge zwervers. Ze wisten het vertrouwen te winnen van de doorgaans schuwe kinderen, die gewend zijn overal weggejaagd te worden. Kangwa en Wilkie houden zich op de achtergrond en tonen het leven van Memory en haar vrienden door een opeenvolging van kleine gebeurtenissen. Rustpunten vormen de bijeenkomsten ’s nachts rond het kampvuur. Daar worden de heldendaden besproken van Arnold Schwarzenegger, de sterkste man op aarde, die mensen die kinderen lastigvallen in elkaar slaat, en kleding uitdeelt aan de armen. De gezichten van de kinderen glimmen in het licht van de vlammen. Overdag hangen ze rond, of proberen ze iets te verdienen met bonen rapen of schoonmaken. Memory heeft daarmee een bijzonder doel: een brilletje kopen om naar de zonsverduistering te kijken.