The Good Life

Wie het als kind thuis niet makkelijk heeft gehad, kan zich troosten: een perfecte jeugd is ook niet alles. Althans, voor de 56-jarige Anne Mette. Van alle rijkdom die de familie ooit bezat - archiefbeelden geven een kleine impressie - is niets meer over. De villa in Portugal is verruild voor een klein appartement, waar Anne Mette met haar moeder van een pensioentje leeft. Het lijkt niet tot Anne Mette door te dringen dat de tijd van bedienden, eindeloos langs de branding slenteren en bij het zwembad luieren nu voorgoed voorbij is. Zonder het zelf te beseffen, speelt Anne Mette nog steeds het verwende prinsesje, ooit zo geadoreerd door haar steenrijke papa. Ze klaagt steen en been als ze zelf het toilet moet ontstoppen en roept tijdens een gesprek met de regisseur over haar leven: "Werk is nog steeds taboe voor mij." Haar moeder krijgt keer op keer de schuld van de 'hel' waarin ze moet leven. Tegelijkertijd is haar moeder ook de enige met wie ze, met een glas rode wijn in de hand, volledig kan wegdromen bij de familiefilmpjes van vroeger. De vrouwen, die meerdere jaren zijn gevolgd door de camera, lijken zich tot elkaar veroordeeld te hebben in hun gezamenlijke hang naar het onmogelijke: terug naar vroeger.