Much Ado About Dying
Simon Chambers is in India een film aan het opnemen, als zijn oom David hem opbelt met een onheilstijding: “Ik denk dat ik dood ga.” Wat de kijker dan nog niet weet is dat David een dramaqueen van de bovenste plank is, gewezen acteur en docent, liefhebber van Shakespeare, oud geworden op een dieet van aandacht en applaus. Chambers keert terug naar Londen om voor zijn oom te zorgen en diens laatste levensfase met de camera te vangen.
David geniet er intens van de hoofdrol in zijn eigen leven te spelen. Furieus toneelmonologen reciterend, waart hij, meestentijds poedelnaakt, rond in de puinzooi van wat waarschijnlijk nooit een ordentelijk huishouden is geweest. “Het werd duidelijk dat David helemaal niet van plan was om dood te gaan”, merkt Chambers in voice-over droogjes op. Hij blijft zijn excentrieke oom tot diens laatste ademtocht filmen.
Uit de vele uren materiaal monteerde hij een pracht van een document, dat hun vaak tragikomische relatie toont en tegelijk een ontroerende ode is aan een autonome geest, die het leven tot de laatste minuut ten volste leeft.