The Lion Hunters
In de wildernis tussen Mali en Niger sluipt een grootmacht. “De Amerikaan” noemen de Afrikaanse jagers de reusachtige leeuw die over de uitgestrekte bushbush heerst. Regisseur Jean Rouch introduceert vijf leeuwenjagers die zich ritueel voorbereiden op de jacht. Handbogen en pijlen worden ambachtelijk vervaardigd – voor het gif aan hun pijlpunten leggen ze eens per vier jaar een voettocht van vijfhonderd kilometer af – en vallen worden vakkundig uitgezet in het territorium van De Amerikaan. Na heel wat teleurstellende bijvangst – een jakhals, een hyena, een civetkat – is de dag eindelijk daar dat de welp van De Amerikaanin een van de vallen loopt. Zijn vader is en verklaart de jagers de oorlog. Wie wint? De Franse Jean Rouch zette als koloniale waterbouwkundige in 1941 voor het eerst voet in Afrika. Hij raakte gebiologeerd door het continent en zou na de Tweede Wereldoorlog talloze antropologische films maken waarin hij ruim baan bood aan de bevolking en haar rituelen. Zijn verslaggevende manier van filmen maakte Rouch tot een van de belangrijkste grondleggers van de . Er valt nauwelijks een koloniaal denkkader te bespeuren in , wel journalistieke nieuwsgierigheid en een diepe genegenheid voor Afrika, die ronduit aandoenlijk wordt als Rouch in voice-over het ritmische jachtlied meebrult.