
IDFA-films in de bioscoop
Een aantal films die eerder op IDFA te zien was, krijgt na het festival ook een bioscooprelease. Hier vind je welke IDFA-films er nu in de Nederlandse filmtheaters draaien, waaronder 'No Other Land' en 'Nesjomme'.
No Other Land
De jonge Palestijnse activist Basel Adra woont in Masafer Yatta, een eeuwenoud netwerk van bedoeïenendorpjes op de Westelijke Jordaanoever. Zijn gemeenschap is het doelwit van een agressieve Israëlische uitzettingscampagne, zogezegd om plaats te maken voor een militaire basis. Overdag leggen bulldozers dorpen plat, ’s nachts bouwen wanhopige inwoners hun huizen weer op.
Samen met de Joods-Israëlische journalist Yuval Abraham en twee coregisseurs start Adra een filmcollectief. Vanaf de zomer van 2019 richten ze hun camera’s op de soldaten. De vaak schokkerige beelden maken onomwonden duidelijk hoe precair de situatie is. Alledaagse scènes tonen hoe tussen de twee activisten een vriendschap ontluikt. Middels oude homevideo’s en een voice-over legt Adra uit dat de oppressie zijn gemeenschap al veel langer teistert.
Hoewel de documentaire al af was in oktober 2023, eindigen de regisseurs met ontluisterende beelden van Masafer Yatta in oorlogstijd. Het maakt deze urgente film – op de Berlinale onderscheiden met de prijs voor beste documentaire en winnaar van vele publieksprijzen – tot zowel een geschiedenisles als een tragische proloog.
Nesjomme
Ziel, gevoel, betrokkenheid, zegt het woordenboek over de betekenis van het Jiddische woord nesjomme. In de nieuwe film van Sandra Beerends gaat het om de ziel van vooroorlogs Joods Amsterdam.
Talloze fragmenten uit (archief)films worden verbonden door het fictieve personage van Rusha, een Joodse Elckerlyc van het interbellum, geconstrueerd uit getuigenissen van tijdgenoten en overlevenden van de Holocaust. Ze vertelt in brieven, die ze ook gebruikt om correspondentieschaak te spelen, aan haar naar Indië vertrokken broer Max over haar leven, haar misjpooche (familie) en haar stad.
Beginnend in 1918, als de ‘Grote Oorlog’ waar Nederland neutraal in bleef voorbij is, toont Neshoma in een meeslepende en ontroerende montage alle ontwikkelingen en veranderingen. Van het kleurrijke leven in de Jodenbuurt waar Rusha’s vader diamantbewerker is, tot de sociale strijd en de moderne bouwprojecten van wethouder De Miranda; van de opening van de bioscoop van Tuschinski aan de Reguliersbreestraat tot de brand die het Paleis voor Volksvlijt in de as legde; van de crisisjaren en het opkomend nationaalsocialisme tot de Jodenvervolging tijdens de bezetting.
Soundtrack to a Coup d’Etat
Na veelgeprezen essays als dial H-I-S-T-O-R-Y (1997) en Double Take (2009) ontrafelt Johan Grimonprez dit keer de dekolonisatie van Congo. Scherp schetst hij de internationale context van Koude Oorlog, Amerikaanse burgerrechtenbeweging en de Beweging van Niet-Gebonden Landen in de VN, en zoomt dan in op de moord op Congo’s eerste democratische leider Lumumba in 1961 en de directe betrokkenheid van Belgische en Amerikaanse overheden, die het Congolese uranium niet kwijt wilden.
Deze hogedrukpan van kolonialisme, kapitalisme en racisme kruidt Grimonprez met jazz. ‘Jazz-ambassadeur’ Louis Armstrong werd door de VS naar Congo gezonden als rookgordijn voor het omverwerpen van Lumumba’s regering, terwijl muzikanten als Abbey Lincoln en Max Roach de VN-Veiligheidsraad binnendrongen in protest tegen diens executie.
Intussen worstelen Armstrong en anderen met een pijnlijk dilemma: hoe kunnen ze een land vertegenwoordigen waar rassensegregatie nog springlevend is? Muziek drijft de jazzy gemonteerde documentaire, die op Sundance de Speciale Juryprijs won, voort tot in het heden, waarin Congo nog immer lijdt onder de neokoloniale strijd om grondstoffen.
Dahomey
In 1892 werden honderden kunstvoorwerpen uit het West-Afrikaanse koninkrijk Dahomey door Franse koloniale troepen geplunderd en meegenomen naar het ‘moederland’. In 2021 zijn 26 van die ontheemde koninklijke artefacten teruggegeven aan de republiek Benin, dat het gebied van het toenmalige Dahomey omvat. Het is een sleutelmoment in de getroebleerde tijdslijn van het postkolonialisme.
Met deze hybride documentaire bouwt de Frans-Senegalese Mati Diop – die met deze film de Gouden Beer won – op fantasierijke wijze een brug tussen verleden, heden en toekomst. De minutieuze transportatie van het houten standbeeld van koning Gezo wordt zwijgend vastgelegd, maar de filmmaker geeft ook een stem aan de voormalig heerser, die in een poëtische en betoverende voice-over reflecteert op zijn terugtocht.
Een debat tussen studenten van de universiteit van Abomey-Calavi werpt de documentaire terug in de realiteit. Hun blik is op de toekomst gericht; de studenten bespreken onder meer het museumbeleid in hun land, en hoe komende generaties maatschappijbreed kunnen worden herenigd met de kunst van hun voorouders.
Ernest Cole: Lost and Found
Met zijn ontluisterende boek House of Bondage liet fotograaf Ernest Cole eind jaren zestig van binnenuit zien wat de apartheid betekende voor zwarte Zuid-Afrikanen als hijzelf. De wereld was geschokt. In de jaren tachtig raakte Cole in de vergetelheid, mede doordat zijn negatieven verloren leken te zijn gegaan. In 2017 is een groot deel teruggevonden.
Door de lens van de in armoede gestorven Cole kijkt regisseur Raoul Peck (I Am Not Your Negro) terug op diens werk en leven. De voice-over is gebaseerd op teksten van Cole, de hoofdrol is voor zijn fenomenale foto’s.
In de Verenigde Staten ging hij door met het fotograferen van zwarte gemeenschappen, zowel in de steden als op het platteland. Opdrachtgevers zagen de urgentie er pijnlijk genoeg niet van in. Dat hij steeds meer overeenkomsten zag met het racisme in zijn eigen land was geen welkome boodschap.
In retrospectief zijn Coles observaties juist van grote waarde. Euforie over de vrijheid die hij in Amerika verwachtte te vinden, maakte gaandeweg plaats voor teleurstelling en heimwee. In Cannes werd Ernest Cole, Lost and Found bekroond met de L’Oeil d’or voor beste documentaire.
A Family
Als incestslachtoffer sta je vaak alleen; de misdaad is te groot en onbevattelijk om mee te dealen, zelfs voor directe familieleden, die de ogen sluiten of zich afwenden. Dit mechanisme wordt pijnlijk duidelijk in het regiedebuut van schrijver Christine Angot, die hier letterlijk verhaal komt halen bij haar familie.
Angot, die als puber en jongvolwassene herhaaldelijk verkracht werd door haar vader (en daar in romans al eerder over schreef), confronteert haar moeder, ex-man en stiefmoeder met wat haar is overkomen, en vooral met hun reactie daarop.
Deze ongemakkelijke en bij vlagen onthutsende zoektocht naar antwoorden – waarbij onmacht en frustratie centraal staan, en met de camera als getuige – wordt afgewisseld met oude VHS-beelden van Angot en haar ex met hun nog jonge dochtertje.
Haar soms zeer confronterende werkwijze is des te moediger als je bedenkt dat Angots romans in de Franse media soms eerder spot dan mededogen opwekten (zo getuigt een ontluisterend televisiefragment). Uiteindelijk blijkt haar inmiddels volwassen dochter als enige naast haar moeder te kunnen staan in plaats van tegenover haar.
All is Well
In Weesp wordt een nieuwe opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne geopend. In de optocht van huisraad, koffers, personeel en verse bewoners lopen ook documentairemakers Petra Lataster-Czisch en Peter Lataster mee. Met hun warmbloedige cameraoog observeren zij hoe kinderen joelend rondrennen, kamers worden ingericht en een nieuwe dagelijkse werkelijkheid zich ontvouwt. Een grote keuken vormt een centrale ontmoetingsplek, met glanzende inductieplaten en voor elke kamer een genummerde plek in de koelkast.
Terwijl de camera volgt en vastlegt, klinken verhalen vol hartverscheurend gemis. Veiligheid zorgt voor opluchting, maar zonder de onovertroffen borsjtsj van grootmoeder en de warme omhelzing van dierbaren is het leven zwaar. “Alles goed”, zegt een vrouw, in tranen. “We moeten leven, we moeten koken”, zegt een ander.
En gekookt wordt er. Pannetjes heimwee en troost. Voor Zoia is het een noodzakelijke vlucht uit haar kamer waar de foto van haar gesneuvelde zoon onstuitbaar verdriet losmaakt. Ze snijdt, hakt, kneedt, roert en deelt uit. Iedere dag videobelt ze met haar man aan het front, en iedere dag smeekt ze hem het slagveld te verlaten.
Binnenkort in de bioscoop
Favoriten
De leerlingen op de Weense school waar Ilkay Idiskut lesgeeft komen uit de meest uiteenlopende landen. Elk kind brengt die culturele bagage mee de klas in. Dat horen we, bijvoorbeeld wanneer een jongetje vertelt dat het niet de bedoeling is dat meisjes bikini’s dragen. Van trauma’s die kinderen meedragen ontdekken we flarden, door een verontrustende tekening of door een vraag over gewelddadige kinderontvoering.
Ook als de kinderen elk een iPhone krijgen om mee te filmen, geeft dat een inkijkje in hun persoonlijke levens. Hoe verschillend de 25 jongens en meisjes ook zijn, één ding hebben ze gemeen: ze doen op innemende wijze hun best om Duits te leren. Zij zijn niet de enigen: ruim 60 procent van de kinderen op Weense lagere scholen is van huis uit niet-Duitstalig.
Tegelijkertijd is er een groot tekort aan docenten. Dat spanningsveld nam filmmaker Ruth Beckermann als uitgangspunt tijdens de drie jaar die de opnamen voor de film omspannen. En de impact ervan brengt ze ontroerend in beeld wanneer blijkt dat juf Idiskut met zwangerschapsverlof moet, zonder dat er een vervanger is.
De Propagandist
Aan de hand van niet eerder gepubliceerde interviews, dagboekfragmenten, familiefilms en propagandafilms verhaalt The Propagandist over de opkomst en ondergang van de Nederlandse filmmaker Jan Teunissen (1898-1975).
Als telg uit een zeer welgesteld geslacht kon Teunissen al vroeg zijn aspiraties tot filmmaker najagen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij de machtigste man in de Nederlandse filmindustrie. Als hoofd van de afdeling Film van de NSB en SS kreeg hij al snel de bijnamen de ‘filmtsaar’ en ‘de Nederlandse Leni Riefenstahl’. Na de oorlog werd Teunissen vervolgd en bestraft. Toch bleef hij prat gaan op zijn sluwigheden en contacten met de hoge heren van het naziregime.
Langzaam ontvouwt zich een portret van een man en zijn drijfveren. Tegelijk stelt de film de grenzen tussen documentaire en propaganda ter discussie, en wordt de rol van de propagandisten belicht – hoe zij beelden, verhalen, desinformatie en ideologie verspreiden. Een documentaire over grenzeloze ambitie en de manipulatieve kracht van film.
Home Game
Lidija Zelovic portretteert haar ontheemde familiein Nederland al sinds 1993, toen ze hun door oorlog verscheurde thuis in Sarajevo moesten ontvluchten. Zelovic's filmessay legt de dualiteit bloot waarmee alle migranten leven: wat is ‘thuis’? Al doende vestigt de filmmaakster de aandacht op ontwrichtende maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in Nederland, die ze herkent uit haar uit een gevallen geboorteland Joegoslavië.
Puttend uit haar familie filmarchief wisselt Zelović scenes thuis – discussies over politiek en voetbal op zondagen met haar ouders en broer, het opgroeien van haar zoon, de vakanties 'thuis' in Bosnië – af met de politieke gebeurtenissen in Nederland, zoals politieke moorden, schandalen rond overheidsdiscriminatie, groeiende maatschappelijke polarisatie, toenemende onrust in de samenleving en de acceptatie van radicaal-rechtse politiek in het centrum van de macht.
Home Game biedt een soms grappige, vaak confronterende en steeds oprechte kijk in Zelovic's leven, dat als spiegel fungeert voor het huidige politieke klimaat in Nederland en veel andere landen in de wereld.