Het verkeer raast voorbij alsof er niets is gebeurd. Maar langs de weg smeulen de puinhopen en zweven de blushelikopters. Strak gekadreerde shots tonen bewoners die zwijgend voor zich uit staren in hun huizen waar de ramen uit de kozijnen zijn gesprongen. Beelden van de lege straten, waar de schokgolf de auto’s heeft ingedeukt en de muren afbrokkelen, vormen voorzien van een ambient score een elegie. De stad is in opbouw en er hangt iets spookachtigs rond de manier waarop het leven in zijn simpelste vorm doorgaat.
Octopus ontstond uit trauma, in de nasleep van de catastrofale explosie in de haven van Beiroet. De film is een zwijgende verkenning van wat volgde, die ruimte geeft aan de waaier van existentiële vragen die ontsproten aan de afschuwelijkheid van de gebeurtenis. Vragen over onbeproefde wereldbeelden, over de betekenis van lijden, over eensgezindheid, en vele andere onuitgesproken gedachten liggen verspreid tussen het puin. Wat zeggen we als we helemaal niets zeggen?