Het leven als herder is zwaar en eenzaam, maar de Iraanse Firouzeh (82), houdt van de grillige natuur, het harde bestaan en haar trouwe koeien. Ze trekt door ruige gebieden, draagt takkenbossen en klimt nog altijd kwiek in bomen. Enkele seizoenen lang wordt de kranige vrouw gevolgd tijdens haar vele werkzaamheden. Onderwijl vertelt ze over haar levensloop, waarin werken en haar lot dragen de rode draad vormen. Zo werd ze piepjong uitgehuwelijkt aan een oudere man met wie ze elf kinderen kreeg. Maar niet één van hen komt haar bezoeken. Als ze overwintert in het laaggelegen dorp, doet ze verwoede pogingen nader tot haar kinderen te komen. Toch is ze gelukkig met het vooruitzicht nogmaals een zomer de berg te bestijgen met haar kudde, ondanks goedbedoelde adviezen van anderen om toch gewoon met pensioen te gaan.
Dit trefzeker gefilmde portret laat een van de laatste, traditioneel werkende vrouwelijke herders zien én een onverwoestbare vrouw die uiteindelijk voor haar onafhankelijkheid kiest. De kleuren van de natuur – ook protagonist in de film – springen van het doek af.