Harry Turner is achttien jaar oud als hij wordt uitgezonden naar Afghanistan. Wanneer de Brit terugkeert uit de oorlog is hij een gebroken man. Worstelend met PTSS, depressies en suïcidale gedachten trekt hij diep het Peruviaanse regenwoud in, waar hij de Amerikaanse Samantha ontmoet. Samen nemen ze de zorg op zich voor een verweesde ocelot, een kleine katachtige met luipaardtekening.
De film bestaat deels uit materiaal dat Harry en Samantha zelf filmden en deels uit beelden van de regisseurs van Wildcat, die zich later bij het koppel voegden. Intieme momenten tussen mens en dier, en enerverende opnamen van de verraderlijke nachtelijke jungle vormen opgeteld een emotioneel grillig portret van iemand die constant vecht met zijn demonen. En in dat gevecht zijn lot verbindt aan dat van het jonge, wilde dier.
Harry’s poging om de ocelot te redden, is vooral ook een poging om zichzelf te redden. En het zelfredzaam maken van het dier lijkt één grote oefening in loslaten. Terwijl hij het dier wegwijs maakt in de jungle, moet ook Harry zelf zijn weg zien terug te vinden naar de samenleving en zijn familie.